Al jaren wordt de vijver achter Kwarteel gemonitord op libellen. Uit deze mooie beestjes zijn ook hele mooie statistieken op los te laten die wat zeggen over de toestand van de vijver. In dit bericht kun je meer lezen over de ontwikkeling vanaf 2014.
Met deze monitoring dragen we een steentje bij aan de monitoring van libellen in heel Nederland.
We hebben ook dit jaar weer libellen geteld in EVA-Lanxmeer. Dat gebeurt volgens de standaard methodiek zoals die aan ons is doorgegeven door Kars Veling van de Vlinderstichting. Het komt erop neer dat er een traject is uitgezet langs de oevers van de vijver bij het Kwarteel, en dat minstens één keer per twee weken de route wordt opgenomen. Het traject begint bij het meest oostelijke punt van de vijver (dat is het punt het dichtst bij het klaphek door de boomgaard). Het loopt dan tegen de wijzers van de klok in rond de vijver. Het traject bestaat uit drie delen: 1A (de eerste 50 meter), 1B (de volgende 50 meter) en 2 (de laatste 100 meter). De gegevens worden ingevoerd in Meetnet. Vervolgens zet het CBS alle gegevens over het hele land op een rij in een mooi rapport.
Bij het Kwarteel is nu voor de vierde keer geteld. Er zijn tot nu toe ruim twintig soorten libellen en juffers gezien. Een mooie score voor een vijver in een woonwijk. In 2015 waren het er wat minder dan in 2014. Dat paste in het landelijke beeld. In 2016 en 2017 lagen de aantallen weer iets hoger. Ik heb onze telgegevens uit Meetnet op een rij gezet en geprobeerd daar een algemene trend uit af te leiden. Dat is niet zo eenvoudig als ik dacht; je moet eigenlijk wel per soort kijken. Mijn gevoel dat de vijver bij het Kwarteel het dit jaar minder goed heeft gedaan wordt niet meteen bevestigd.
Er is dus nog niet heel duidelijk een nadelig effect van de oprukkende bruine “Vlokken van Vitens” te zien. Die vlokken hebben de vijver bij de Toon Hermanshof veranderd in een treurige bak waterige chocoladevla, en zijn begonnen aan hun opmars in de vijver bij de Lodewijk van Deijsselhof. Hopelijk vindt Vitens hiervoor snel een oplossing.
Onderaan staan de getelde aantallen in een tabel, opgeteld voor het hele seizoen. Omdat er niet elk jaar even vaak wordt geteld heb ik ook gemiddelden per telronde berekend, in een poging iets meer over de trends te kunnen zeggen. Ik heb ook aan Kars Veling gevraagd of er cijfers bekend zijn over de trend in de omgeving. Er kwam (op 7 november) een antwoord van Roy van Grunsven van de Vlinderstichting, met een paar interessante opmerkingen. Ik citeer het hier in z’n geheel:
"De data voor dit jaar moet nog uitgewerkt worden dus ik kan nog niet zeggen wat de landelijke trends zijn. Maar een aantal zaken komen wel overeen met wat we de laatste jaren zien. Zoals het verdwijnen van geelvlekheidelibel en de afname van lantaarntje.
Als ik deze trends zo zie is er volgens mij een uitbreiding van waterplanten (azuurjuffer, grote roodoogjuffer nemen toe ten koste van lantaarntje). De afname van kleine roodoogjuffer is wel apart maar dat kan toeval zijn.
Er zijn al wat elementen van laagveenachtige systemen (variabele waterjuffer, vroege glazenmaker en glassnijder) deze zouden toe kunnen nemen als de oevervegetatie zich verder uitbreidt en er nog meer waterplanten komen."
Die veronderstelde toename van waterplanten klopt inderdaad met de situatie in de Kwarteelvijver. De begroeiing neemt er toe nu Johan van Bennekom minder energie in het beheer kan steken. Nu nog afwachten hoe de landelijke gegevens eruit zien, en hoe Lanxmeer het heeft gedaan ten opzichte van de omgeving!
|
totaal geteld 2014 |
totaal geteld 2015 |
totaal geteld 2016 |
totaal geteld 2017 |
|
gemiddeld / telling 2014 |
gemiddeld / telling 2015 |
gemiddeld / telling 2016 |
gemiddeld / telling 2017 |
azuurwaterjuffer |
26 |
49 |
46 |
90 |
|
1,7 |
2,7 |
2,3 |
3,9 |
blauwe glazenmaker |
3 |
8 |
2 |
6 |
|
0,2 |
0,4 |
0,1 |
0,3 |
bloedrode heidelibel |
35 |
26 |
3 |
27 |
|
2,3 |
1,4 |
0,2 |
1,2 |
bruine glazenmaker |
11 |
16 |
7 |
12 |
|
0,7 |
0,9 |
0,4 |
0,5 |
bruinrode heidelibel |
10 |
4 |
7 |
7 |
|
0,7 |
0,2 |
0,4 |
0,3 |
geelvlekheidelibel |
3 |
0 |
0 |
0 |
|
0,2 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
gewone oeverlibel |
1 |
1 |
2 |
11 |
|
0,1 |
0,1 |
0,1 |
0,5 |
glassnijder |
0 |
0 |
2 |
0 |
|
0,0 |
0,0 |
0,1 |
0,0 |
grote keizerlibel |
13 |
7 |
6 |
8 |
|
0,9 |
0,4 |
0,3 |
0,3 |
grote roodoogjuffer |
2 |
8 |
25 |
86 |
|
0,1 |
0,4 |
1,3 |
3,7 |
houtpantserjuffer |
27 |
23 |
38 |
31 |
|
1,8 |
1,3 |
1,9 |
1,3 |
kleine roodoogjuffer |
79 |
73 |
93 |
45 |
|
5,3 |
4,1 |
4,7 |
2,0 |
lantaarntje |
193 |
98 |
170 |
146 |
|
12,9 |
5,4 |
8,5 |
6,3 |
paardenbijter |
18 |
5 |
8 |
10 |
|
1,2 |
0,3 |
0,4 |
0,4 |
platbuik |
1 |
0 |
0 |
5 |
|
0,1 |
0,0 |
0,0 |
0,2 |
steenrode heidelibel |
2 |
9 |
12 |
8 |
|
0,1 |
0,5 |
0,6 |
0,3 |
variabele waterjuffer |
21 |
25 |
63 |
51 |
|
1,4 |
1,4 |
3,2 |
2,2 |
viervlek |
0 |
0 |
6 |
1 |
|
0,0 |
0,0 |
0,3 |
0,0 |
vroege glazenmaker |
6 |
0 |
11 |
18 |
|
0,4 |
0,0 |
0,6 |
0,8 |
vuurjuffer |
5 |
0 |
0 |
0 |
|
0,3 |
0,0 |
0,0 |
0,0 |
watersnuffel |
11 |
1 |
10 |
0 |
|
0,7 |
0,1 |
0,5 |
0,0 |
totaal |
467 |
353 |
511 |
562 |
|
31,1 |
19,6 |
25,6 |
24,4 |